Amersfoort is aardig op weg om een echte Bachstad te worden

Ongelofelijk leuk om een concert met drie koren te doen

Patrick Pranger dirigeert al sinds 2009 met veel plezier Sonante Vocale, een koor van ongeveer 45 zangers dat tweewekelijks van heinde en verre samenkomt om in Leusden te repeteren. Op 8 oktober zijn ze in het slotconcert van de Bachdag te beluisteren. En dat samen met het St. Joriskoor en Capella Amersfoort. Drie koren en drie dirigenten. Dat belooft wat!

Patrick kijkt uit naar de 8 e oktober: ‘We waren er de afgelopen jaren met Sonante Vocale steeds bij op de Bachdag en nu dus ook. Maar dit keer is het toch weer anders, want het slotconcert doen we samen met het Joriskoor en Capella Amersfoort. En dat gaat ook echt sámen. Sterker nog, we zijn op een avond als dirigenten rond de tafel gaan zitten om gedrieën het programma van de slotavond te bedenken. En dat gebeurt eigenlijk maar zelden op die manier. Ik vind het ontzettend leuk om zo dit slotconcert van de Bachdag te doen en de twee andere dirigenten, Anthony Scheffer en Wouter Verhage, zitten er net zo in.’

Echt sámenwerken

Patrick licht toe dat je dit soort vormen van samenwerking tussen koren bij een oudere generatie dirigenten minder vaak zag: ‘Het kwam er gewoon niet van of men voelde toch iets van concurrentie. De nieuwe generatie dirigenten, merk ik, staat meer open voor samenwerking. Het is ook ontzettend leuk om samen zo’n gevarieerd programma te doen. Je kunt zoveel van elkaar leren en elkaar inspireren. En daar kan ik erg van genieten.’

Niks met Bach

Je wordt bij zo’n enthousiaste dirigent – op weg naar de Bachdag - natuurlijk wel nieuwsgierig naar het moment, waarop zijn eigen hart voor de eerste keer openging voor deze beroemde componist. Dat gebeurde met de dirigent van Sonante verrassend genoeg pas in zijn eerste jaar op het conservatorium in Groningen. En hoe dat kwam? Simpelweg omdat zijn vader – ook musicus – niets had met Bach’s muziek. Patrick: ‘Mijn vader had zelfs een uitgesproken hekel aan muziek van Bach en zo kwam het dat Bach in huize Pranger hoogst zelden te horen was. Maar op het conservatorium kreeg ik al vrij snel twee Bachcantates voor mijn neus met de vraag of ik daar de solo baspartij van wilde zingen. Of ‘vraag’… dat moest gewoon. Maar toen we die stukken (BWV 106 en BWV 131) gingen uitvoeren kwamen ze echt bij me binnen. Wat een ongelofelijke muziek vond ik dat. Alleen al zoals Bach de teksten in de noten zet, dat vond ik zo bijzonder. Ik heb dat natuurlijk ook tegen mijn vader gezegd, maar echt geholpen heeft dat niet. Volgens mij is hij nooit een Bach-fan geworden.’

't Gaait om't haart!

‘Als zanger en koordirigent’, zo gaat Patrick verder, ‘moet je niet alleen gevoel krijgen voor de muziek, maar ook met de teksten die je zingt. Dat is bij elke componist een ‘must’, maar zeker bij Bach. Ik werd me daar opnieuw van bewust toen ik afgelopen zomer een ‘Bachreis’ maakte, samen met een goede vriend uit de conservatoriumtijd. We kwamen natuurlijk ook in Eisenach, de plaats waar Bach geboren werd en bezochten de kerk, waar hij gedoopt is en als jochie kwam. Toen viel het me op dat in die kerk op allerlei plekken Bijbelteksten zijn afgebeeld. ‘Zie ik sta aan de deur en ik klop’ was er één van, herinner ik me. Met die kernteksten is Bach dus van kinds af aan vertrouwd geweest. En dat hoor je aan alle kanten in zijn muziek terug. Zo komt de tekst van zo even terug in één van zijn cantates (BWV 61). Ik moet zeggen dat ik zelf ook, toen ik daar zo rondliep door de kerk, deze teksten ook niet lezen zonder daarbij de flarden van zijn muziek te horen. Ik realiseerde me dus opnieuw hoe belangrijk die teksten voor Bach zijn geweest. En mij raakt het ook, die teksten in combinatie met Bach’s muziek. Dat komt echt bij me binnen. Op zijn Gronings: 't gaait om't haart! Als het niks met me zou doen, dan zou ik het als dirigent ook niet kunnen overbrengen. Niet op het koor en niet op de mensen die komen luisteren.’

Meer dan Bach

Op de vraag bij welke andere componisten zijn bloed sneller gaat stromen, noemt Patrick als eerste componisten van Scandinavische en Baltische komaf. Waarbij er namen vallen, die voor de meeste bezoekers van de Bachdag niet echt bekend zullen zijn – zoals de Fin Einojahuni Rautavaara met zijn Vigilia of de Zweedse componist Ingvar Lidholm met Libera me. En zo is er natuurlijk nog veel meer: ‘Ik kan ook geweldig genieten van de Duitse romantiek en dat begint eigenlijk al bij Mendelssohn en dat loopt door tot Bruckner en Mahler. En met een lichte aarzeling volgt de ‘bekentenis’ dat hij zich tegenwoordig ook verdiept in 16 e eeuwse renaissancemuziek, waar hij van nature minder affiniteit mee had. Is er buiten het klassieke repertoire ook nog muziek te vinden waar hij warm van wordt, vraag ik hem. Met een lach: ‘Nou neem de muziek van Harry Connick jr. Luister, om daar wat idee van te krijgen, maar eens naar I like it when you Smile. Zoals hij z(w)ingen kan!’

Bachland

Amersfoort is met zijn vijfde Bachfestival aardig op weg om een echte Bach-stad te worden. Is het dan nog denkbaar dat je over twee jaar gewoon een hele dag vult met een andere componist? Patrick: ‘Volgens mij zou dat op zichzelf best kunnen. Ik zou in Den Haag, waar ik woon, bijvoorbeeld wel eens een Schubert-weekend willen organiseren. Maar ik moet natuurlijk ook zeggen dat Nederland echt een Bachland is. Zoals allerlei amateurkoren soms jaarlijks de Mattheus- of Johannespassion uitvoeren, dat heb je in het buitenland niet. Als ik daar iets over vertel aan collega’s uit bijvoorbeeld Zuid-Afrika of Azië, dan vragen ze of dat dan met orgel of piano wordt begeleid. Nee, met begeleiding door een echt barokorkest, zeg ik dan. En dat vinden ze heel bijzonder. Daaraan merk je wel wat voor een plek Bach heeft in Nederland. En dat maakt het ook logisch om in Amersfoort zo’n dag rond Bach te organiseren’.

Aan de basis…

Zanger en dirigent Pranger is zich er ook zeer van bewust dat de keuze in wat je wel of niet zingt ook mee afhangt van de mogelijkheid van subsidie: ‘Om te beginnen is het natuurlijk zo dat veel van het subsidiegeld gaat naar de top, naar nationaal en internationaal bekende orkesten en koren. Terwijl ik denk: vergeet vooral niet het muziekonderwijs aan de basis – in allerlei dorpen en stadjes ver van Den Haag. Want daar op het grondvlak begint het. Als je dan ziet hoeveel muziekscholen er de laatste 15 jaar wel niet verdwenen zijn! En verder is het zo, dat je doorgaans sneller subsidie krijgt als je kiest voor projecten met inclusiviteit en diversiteit als hoofdthema. Dat vinden subsidieverstrekkers interessant. En ongemerkt ga je daar als dirigent toch mee rekenen bij de programmering van concerten. Dat betekent dat onbekende componisten minder gauw een plekje krijgen in een concertprogramma. Terwijl ik het juist ontzettend leuk vind om werk van onbekende componisten te laten horen. En verder heb je natuurlijk ook de wensen van de koren waar je voor staat. Veel koorzangers vinden het juist leuk om de bekende werken van componisten uit te voeren – een Passion van Bach of het Requiem van Mozart.’

Ik zou…

En heeft de dirigent van Sonante Vocale nog een aardige gedachte ter afsluiting? Patrick: ‘Ik zou het zo leuk vinden als koorzangers eens vaker naar andere koren zouden luisteren. En dan niet alleen naar professionele koren, maar ook naar amateurs. Dat is zo inspirerend en leerzaam. Dat zou wat mij betreft wel meer mogen gebeuren. En het leuke is natuurlijk dat het er zaterdagavond 8 oktober al een beetje van komt. Drie koren die samen zingen, maar ook naar elkaar luisteren. Met al die anderen, die naar de Joriskerk komen om dat mee te maken. Daarom alleen al heb ik zin in de Bachdag.’

We tellen af voor de Bachdag!

163

Dagen

18

Uren

12

Minuten

52

Seconden